Het donker, roodbruine trappistenbier van Westmalle, de Dubbel, bevat dankzij nagisting op fles (7%) een rijke en complexe smaak. Die wordt gekenmerkt door toetsen van karamel, mout en fruitige esters die doen denken aan rijpe banaan. De eerste kennismaking met de Dubbel van Westmalle is een crèmekleurige dikke schuimkraag. Na het drinken laat deze een mooi kantwerk achter in het glas. Maar de echte herinnering van dit evenwichtige trappistenbier met zacht mondgevoel is ongetwijfeld de lange, droge afdronk.
TRAPPIST OF DUBBEL?
De monniken van Westmalle brouwen al sinds 1856 een donker trappistenbier naast hun bestaande maaltijdbier. In 1926 passen ze het recept aan en brouwen ze het bier wat zwaarder door de ingrediënten te verdubbelen. Zo kwam het bier aan zijn naam Dubbel, hoewel velen hem vaak gewoon Trappist noemen. Dat recept is nog altijd de basis voor de Westmalle Dubbel die we nu kennen.
WESTMALLE DUBBEL: FLES EN VAT
Westmalle Dubbel is het best gekend in flesjes van 33 cl. Maar de Dubbel van Westmalle wordt ook getapt in zo’n 150 zorgvuldig geselecteerde horecazaken uit vaten van 20, 30 en 50 liter. In deze vaten evolueert dit levende bier ietsje anders en krijgt het een andere, wat zoetere smaak dan een Dubbel uit een flesje.
Het degusteren van een Dubbel kan ook uit flessen van 75 cl , waarin het bier verschillend rijpt als in een kleinere fles. Vooral de zachtere afdronk valt daarbij op.
Nadat men in 1856 begon met een eenvoudig tafelbier te brouwen en er vraag ontstond naar dit bier, maakten de monniken een rijkere versie met het dubbele aan ingrediënten. Dat was meteen de basis en de oorsprong van de naam van wat later de Dubbel zou worden.