90 DAGEN BROUWEN
Na zuiver bronwater, het hoofdbestanddeel van bier, is gerst de belangrijkste grondstof. Gerst moet vijf dagen kiemen in de mouterij waarna er mout overblijft. De kleur van het mout en bijgevolg ook van het bier wordt bepaald door de temperatuur. Duvel krijgt zijn typische bitterheid door verschillende aromatische Sloveense en Tsjechische hopsoorten toe te voegen. Wij gebruiken enkel exclusieve hoppen die erkend zijn om hun constante,uitstekende kwaliteit.
Duvel gist voor een eerste keer in kuipen, bij 20 tot 26°C. De brouwer gebruikt hiervoor zijn eigen kweekcultuur. De oorspronkelijke giststam, die Albert Moortgat in de jaren 1920 zelf selecteerde, is afkomstig uit Schotland. Na de rijping in de lagertanks, waar het bier wordt afgekoeld tot -2°C, is de drank klaar om te bottelen. Door extra suikers en gist toe te voegen, hergist het bier opnieuw in de fles. Dat gebeurt in de warme kelders (24°C) en duurt twee weken.
Nadien komt het bier terecht in koude kelders, waar het zes weken verder rijpt en stabiliseert. Deze extra lange rijpingsperiode is uniek en draagt bij tot de verfijnde smaak en het zuivere aroma van Duvel.
Een team van bierspecialisten controleert dagelijks het proces door middel van smaakanalyses. Pas wanneer Duvel na 90 dagen zijn rijke smaakpalet heeft bereikt, mag het de brouwerij verlaten.
Dankzij zijn verrassend hoog alcoholvolume (8,5 %), zijn enorme schuimkraag, fijne pareling en zijdezacht mondgevoel onderscheidt Duvel zich duidelijk van andere Belgische bieren.