De 12yo is gerijpt op een mix van first-fill sherryvaten, refill sherryvaten en first-fill bourbon-okshoofden, hetgeen een primeur is voor de distilleerderij. Hoewel de invloed van sherry daardoor mogelijk minder is, is deze nog steeds aanwezig.
Neus: zeer moutig met veel karamel-zoetheid. Gezoet citroensap en gele appels, honing en hints van hazelnoten en vanille.
Smaak: zoet en moutachtig met een romig en licht botergevoel in de mond. Toffee en een lichte speculaas-kruidigheid. Hints van vanillecake. Enkele lichtfruitige tonen van appel en meloen, hooi en amandelspijs.
Afdronk: gemiddeld lang, eenvoudig en zoetig.
De Glengoyne distilleerderij ligt ten noorden van de stad Glasgow, net noordelijk van de grens tussen de Highlands en de Lowlands. Het is hiermee de zuidelijkste distilleerderij van de Highlands. De naam Glengoyne betekent ‘Valley of the Wild Geese’ (vallei van de wilde ganzen) en komt uit het Gaelic.
Omdat het er veilig was, buiten het bereik van de wet, begint George Connell in 1820 in het geheim te distilleren op Burnfoot Farm, de plek waar je vandaag de dag nog steeds de Glengoyne Distilleerderij kunt vinden. De verborgen waterval en zijn miniatuurglen maakten het voor George makkelijk om aan de aandacht van de “sterke arm” te ontsnappen. Hij was trouwens niet de eerste die er illegaal distilleerde, het is aannemelijk dat George de kunst van de stillman van zijn grootvader leerde.
George besluit in 1833 binnen de wet te gaan werken en verkrijgt zijn licentie om te distilleren. Cruciaal is dat George beslist om zijn turf niet te importeren maar in plaats daarvan gebruik te maken van het lokale, gedroogde veen.
In 1870 zorgt de bloeiende sherry-industrie voor een constante voorraad geïmporteerde sherryvaten. Het gebruik van de vaten voor de rijping van de whisky stijgt enorm en de smaak van de whisky wordt volkomen getransformeerd, het wordt zachter en complexer. Wat begon als een manier om een paar shilling te besparen, is nu de duurste manier om whisky te laten rijpen en is een essentieel onderdeel van de smaak van Glengoyne.
In 1907 verandert de naam van Genguin of Burnfoot naar Glengoyne – distilleerderij. 2003 is het jaar dat het 100% onafhankelijke familiebedrijf Ian Macleod Distillers Ltd, Glengoyne koopt van de Edrington Group. Het is de start van een nieuw tijdperk maar één die stevig geworteld is in de tradities van Glengoyne.
De Glengoyne Wetlands:
Er zijn 14.500 planten (20 verschillende soorten) geplant om de omliggende landerijen. In slechts twee dagen zetten deze wetlands de gebruikte droesem (vloeistof van de tweede destillatie) om in schoon water. Het resultaat: groene, schone landerijen vol met wilde bloemen.
In 2014 is de oudste gerst-oven omgebouwd tot een magazijn, compleet met een display gewijd aan de eikenhouten vaten. Distilleerderijmanager Robbie Hughes wilde dit oude gebouw heel graag gebruiken om zijn buitengewoon dikke muren, stenen vloer en pagodedak. Het is de ideale omgeving om een selectie van de beste vaten te laten rijpen.
100% van de elektriciteit bij Glengoyne is duurzaam en er zijn. de eigen wetlands en bijenkorven op het terrein. Waarom? Omdat Glengoyne de mooiste distilleerderij van Schotland is en dat willen we zo houden.